Wandelen op de Faroer - Reisverslag uit Tórshavn, Faroe eilanden van Linda Zwezerijnen - WaarBenJij.nu Wandelen op de Faroer - Reisverslag uit Tórshavn, Faroe eilanden van Linda Zwezerijnen - WaarBenJij.nu

Wandelen op de Faroer

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Linda

20 Augustus 2009 | Faroe eilanden, Tórshavn

Terwijl jullie waarschijnlijk zitten te genieten van de zon en zomers weer, zit ik hier in een dikke trui met twee paar sokken te koukleumen ;) En dat terwijl het vandaag redelijk goed weer is: het waait niet, regent niet en is maar een klein beetje mistig. Zo zie je maar hoe snel je opvatting van ’goed weer’ verandert ;) Gisteren heeft het heel hard gewaaid en gestormd, maar de dagen daarvoor is het redelijk goed weer geweest – zelfs met zon :D

De afgelopen paar dagen zijn we bijna elke dag weg geweest. We hebben erg veel gezien (en toch nog lang niet alles wat we wilden zien) en vooral erg veel gewandeld. Vrijdagmiddag zijn we van Tórshavn naar Kirkjubøur gelopen, een tocht van ongeveer twee uur over redelijk vlak (naar Faroerse standaard dan, niet naar de mijne ;)) terrein. De route wordt aangegeven door middel van ’varder’: stapels stenen. Vanaf de ene varde kan je altijd de volgende zien (behalve naturlijk bij mist) en op deze manier kan je altijd de weg vinden. De meeste vardes zijn al heel oud, aangezien de meeste wegen en vooral tunnels van de laatste tijd zijn en de meeste plaatsen vroeger dus alleen lopend te bereiken waren. De route loopt voor een groot deel langs de kust met uitzicht op andere eilanden en zodra je de stad uit bent, waan je je in de onbewoonde wereld: geen huizen te zien, geen auto’s, geen andere mensen, nergens het geluid van de snelweg alleen gras, stenen, de zee en stilte, heerlijk! Ow ja en natuurlijk schapen :D Die lopen echt overal! En dan niet zoals in Nederland veel schapen op een weilandje, maar gewoon ’los’ met ontzettend veel ruimte. Soms loopt er dwars over een berg een hek, maar meestal wordt het land afgegrensd door de zee of ander water. Dus ja, soms lopen de schapen gewoon op de weg! Het was een erg mooie route en Kirkjubøur een lief, klein dorpje met wel 76 inwoners. ;) Alle huizen zijn nog in originele stijl, dus zwart, met rode kozijnen en gras op het dak. Na een bus besteld te hebben zijn we weer naar huis gegaan (tja, in zo’n groot dorp moet je eerst bellen voor de bus komt ;))

Na grootse plannen gemaakt te hebben, keken we nog eens in het busboekje en kwamen erachter dat de meeste plaatsen onbereikbaar zijn in het weekend met het openbaar vervoer: er rijden gewoon geen bussen naartoe op zaterdag en zondag!! :S Uiteindelijk besloten we om zaterdag naar het eiland Mykines te gaan. Dit eiland heeft steile klippen en rond het eiland is een sterke stroming. Daardoor is Mykines alleen te bereiken bij goed weer. Omdat het zaterdag vrij hard waaide, besloten we om dit bezoek nog even uit te stellen. In plaats daarvan zijn we met de bus naar het eiland Vágar gegaan (er is een tunnel naar dit eiland), naar het plaatsje Miðvágar. Boven het dorp ligt een huis, Kávalið, dat een van de oudste bewaard gebleven gebouwen op de Faroer. Dit huis ligt ingebouwd in de bergwand en is nu een museum (maar helaas alleen open op afspraak, dus wij hebben alleen de buitenkant bewonderd). Miðvagar ligt aan het grootste meer van de Faroer, Leitisvatn, dat eindigt in een 30 meter hoge waterval, Bøsdalafossur. Op de wandeltocht langs dit lange meer kan je een zijpaadje nemen langs een ca. 150 meter hoge klip, Trælanípa, die loodrecht de zee ingaat en waar naar schijnt vroeger heksen vanaf zijn gegooid. Hier moesten we natuurlijk even een kijkje nemen en de moeite van de klim werd beloond met een erg mooi uitzicht! Door de harde wind durfden we niet te dicht langs de kant te lopen, maar op handen en voeten schuivelend en uiteindelijk op onze buik liggend, konden we dan toch naar beneden kijken. Op kleine uitstekende puntjes in deze loodrechte rotswand zaten allemaal vogels en het water dicht bij de rotsten zag er prachtig blauw uit! Op de tocht naar beneden en verder naar de waterval begon het erg hard te regenen en waren we erg blij dat we toch maar regenpakken gekocht hadden (hoewel echte Faringen – hoe heten de bewoners van de Faroer in het Nederlands? – volgens Unnar geen regenpakken gebruiken, maar ja, die gaan in zulk weer ook niet voor de lol een wandeling maken ;)). We hebben de waterval van een afstandje bekeken. Vooral de rotsformaties eromheen waren erg mooi! Maar nu begon het toch wel erg hard te regenen, dus zijn we weer terug gegaan naar het dorp om daar de bus te pakken – en dat was maar goed ook, want het was de laatste bus die dag ;)

Zondag was het wel goed weer en konden we alsnog naar Mykiness, eerst met de bus en dan met een klein bootje. Onderweg hadden we een supermooi uitzicht over Mykiness en Vágar en kwamen we langs een rots die uit de zee omhoog stak en gevormd is als een poort. Echt heel bijzonder! Op het eiland kwamen we in het enige café/cafetaria in het enige dorp op het hele eiland. Hier wilden we graag iets eten voor we aan onze wandeltocht naar het meest westelijke punt van de Faroer begonnen. Hoewel er een hele lijst hing (met patat, muffins, pannekoeken en nog veel meer), was het enige wat je kon bestellen een hotdog of snoep ;) De mensen zijn hier echt heel gemakkelijk met zulk soort dingen. Kan je toch zien dat ze eraan gewend zijn soms wekenlang van de rest van de wereld afgezonderd te zijn en dus geen nieuwe etenswaren te krijgen: ”tja, hebben we niet”. Maar heel toeristvriendelijk was ze niet: er kon geen verontschuldigend glimlachje af. Dus dan maar een hotdog en een ’drifter’, een soort twix, maar toch anders. Ze hebben hier trouwens best veel ander eten dan in Nederland en Denemarken, maar daarover later meer.
Mykines wordt ook wel het ’vogelparadijs’ genoemd. En in tegenstelling tot de vogelsafari in Vestmanna, deed Mykines zijn naam eer aan: het stikt er van de vogels. Ontzettend veel meeuwen, die nestelen op de steile bergwanden en de Faroerse nationale vogel de ’tjaldur’ (een klein spits zeevogeltje). Verder is het de enige broedplaats op de Faroer voor de ’sule’, een soort meeuw, maar groter en met een gele kop. En de leukste van allemaal: de papegaaiduiker. Deze vogels zien er een beetje onhandig uit en hebben wel iets weg van pinguins: ze zijn zwart met wit en lopen ook erg onhandig. Ze hebben een hele bijzondere snavel: rood/oranje met geel en blauw. Ze wonen in holen in het gras en zoals je kunt zien op de foto’s was er op sommige plekken meer hol dan gras ;) Deze vogels schijnen erg bijzonder te zijn, omdat je wel twintig vissen in hun snavel kunnen houden en het tot nu toe een raadsel is, hoe ze een er een visje bij vangen, zonder degene die ze al in hun snavel hebben weer te verliezen :D Dus eventuele biologen onder u: dit schreeuwt om een uitgebreid onderzoek ;)

De toch voerde ons verder naar Mykineshólmur. Een eiland dat vrijwel tegen Mykines aanligt, met een diepe kloof er tussen. Over deze kloof is een brug gemaak, de Atlanterbrug. Echt tof: je loopt dus op een smalle brug met 35 meter onder je de Atlantische Oceaan! Het was die dag echt lekker weer en we konden af en toe zelfs zonder jas rondlopen (ja echt :P). Ik ben die dag, geloof het ook niet, dan ook behoorlijk verbrand in mn gezicht en zag er bij thuiskomst uit als een tomaat… wie had nou gedacht dat dat hier zou kunnen ;)

Maandag moesten we vroeg op om met de bus naar Oyndafjørður op het eiland Esturoy te gaan. Toen we in het lokale supermarktje nog even broodjes kochten voor onderweg, kwamen we met de eigenaar, een gezellig oud mannetje, aan de praat en na even praten bleek zijn vrouw familie te zijn van Unnar (wel heel ver weg, maar toch familie). Hierdoor kregen we nog even wat lokale tips over de route die we wilden volgen :D In het water bij Oyndafjørður liggen twee grote stenen, die in de golven heen en weer wiegen. Eerst zagen we niet veel beweging, maar na een tijdje kijken konden we zien dat ze echt bewogen! Zo raar: waarom zou zo’n grote rots nou heen en weer bewegen in het water? Je zou toch denken dat er na een poosje wel zand omheen komt te liggen en dat de steen dan stil blijft liggen… maar nee, blijkbaar niet!
Via de weg zijn we naar Hellur gelopen en vanaf daar over een route aangegeven met varder naar Fuglafjørður. Dankzij de tip van de man in de supermarkt konden we het pad vinden. Het bleek het op een na steilste pad op de Faroer te zijn :S Heb ik weer… Na een hele hoop gezucht, gesteun en gezweet en veel kleine pauzes kwamen we uiteindelijk boven. En wat bleek: we waren er nog lang niet! Vanaf beneden kon je niet zien dat het daarna nog weer verder omhoog ging… Gelukkig niet zo steil deze keer ;) Veel vroeger dan gedacht kwamen we in Fuglafjørður aan, waar Unnar vroeger gewoond heeft. Hoewel het dorp vrij groot is (1500 inwoners) was er eigenlijk niet zoveel te doen, behalve… nog meer wandelroutes ;) Na nog een dag met zon was mn gezicht nog roder geworden en gaf mn neus bijna licht :S

Voor dinsdag hadden we de langste route gepland: van Eiði via Slættaratindur, de hoogste berg op de Faroer, naar Gjógv, waar oa een hele mooie natuurlijke haven is. Aangezien dit de hele dag zou duren, wilden we ook in Gjógv slapen. Maar in Eiði hadden we een probleem: we konden het pad naar de Slættaratindur niet vinden! Toen we uiteindelijk via een andere weg een stukje omhoog waren gelopen, kwamen we erachter dat onze benen toch wel erg moe waren van vier dagen wandelen en dat het veel te hard waaide om deze hoogste berg (van 882) meter te beklimmen… In plaats daarvan wilden we met de bus naar Gjógv gaan om daar alle bezienswaardigheden te bekijken en eventueel een kortere route te lopen. Even kijken hoe laat de bus zou gaan… ja hoor! We zaten tot minstens drie uur ’gevangen’ in Eiði: tussen negen en drie rijden er gewoon geen bussen ;) Het plaatselijke museum was alleen op bestelling open, dus besloten we een andere berg op te gaan, vanaf waar we hopelijk uitzicht zouden hebben op Risin en Kellingin, twee klippen die volgens een sage twee versteende IJslandse reuzen zijn, die probeerden de Faroer te stelen en mee te nemen naar IJsland, maar versteenden toen de zon op kwam :D Het waaide heel erg hard en daarom durfden we niet te dicht bij de kant te komen en hebben we Risin en Kellingin helaas ook niet gezien, maar ondanks dat was het een mooie tocht. Tot we op een steil stuk kwamen en ik hem toch wel een beetje begon te knijpen met al die wind ;) Me aan Unnars rugzak vasthoudend en niet te veel om me heen kijkend, kwamen we veilig weer beneden en konden we nog mooi het kerkje bekijken voor we dan eindelijk de bus konden nemen. Het kerkje was van binnen helemaal beschilderd en had een blauw plafond. Echt heel mooi en heel anders dan de andere kerkjes die we gezien hebben! ’s Avonds hebben we bij Unnars zus gegeten en daar lekker de hele avond op de bank gehangen (wat onze vermoeide benen echt nodig hadden ;))

Gisteren was het te slecht weer om ergens heen te gaan en zijn we naar het natuurhistorisch museum hier in Tórshavn geweest. Hier waren verschillende mooie stenen (de Faroereilanden zijn onstaan door vulkanische activiteit), opgezette vogels en vissen en wasvisskeletten (niet van die hele grote, maar toch walvisskeletten). Op de Faroereilanden mogen ze namelijk nog wel walvissen vangen. Dat brengt ons bij het eten: een Faroerse specialiteit: gedroogde vis met gezouten walvisspek… mmm! ;) Ik heb de gedroogde vis geprobeerd en ondanks de stank, was het te eten :D (Unnars voorraad hier ligt ingepakt in drie plastic zakken ;)) En net als vis, kan schapenvlees kan gedroogd worden en heet dan skærpekjøt. Lekker op brood :D Een variant van de gedroogde vis en het gedroogde schapenvlees kan weer gekookt worden en dan heet het ’ræstfiskur’ og ’ræstkjøt’ (restvis/-vlees). Ik kan me herinneren dat ze dit een keer gegeten hebben toen we in Noorwegen bij Unnars vader waren: niet aan te bevelen om op zo’n moment in huis te zijn, want het stinkt ontzettend! Voor de liefhebbers onder ons zijn er hier ook nog steeds mensen die levertraan gebruiken en als dat te saai is, kan je aanschuiven voor een heerlijke portie schapekop (volgens Unnar zijn de wangen en de tong het lekkerst, maar anderen hebben liever de ogen). Niet alleen de schapenkoppen moeten eraan geloven, ook de vissenkoppen: de wangen worden eraf gesneden en gezouten. Heerlijk met aardappelen en gesmolten boter!
Zoals je ziet is dit echt hét land voor de vegetariër :D (groente wordt hier denigrerend ’Deens eten’ genoemd) Maar aan de andere kant gaat er niets verloren en wordt alles van de vis, het schaap of de walvis gebruikt!

Morgen ga ik weer terug naar huis – terug naar het ’goedkope’ eten, naar bergen groente en fruit en de zon ;) Maar helaas ook terug naar de drukte, veel verkeer en het dagelijks leven, want mijn twee maanden vakantie zijn om!

Ps. De rest van de foto's komt later, de baterij van de laptop is bijna leeg...

  • 21 Augustus 2009 - 07:00

    Trudy:

    waaaauw mooi hoor:) klinkt als een goede vakantie! ik blijf geboeid door die schapen op die bergen hihi. Vallen ze dr niet af dan?:)
    Geniet nog ff en tot gauw! (nu echt he;))
    xx Trudy

  • 22 Augustus 2009 - 08:55

    Mam:

    Wat een belevenis! Heerlijk om je reisverslag te lezen. Ik geniet op afstand mee. Ben benieuwd naar alle foto's!

  • 23 Augustus 2009 - 17:10

    Freek En Alie:

    Geweldig, wat een land. Dat is net een land voor ons. Mooie fotos' en een heel boeiend verslag.
    Tot binnenkort.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Linda

Ik ga voor tenminste 3,5 jaar naar Aalborg, Denemarken, om daar de opleiding tot sygeplejerske, oftewel verpleegkundige te volgen. Op deze site zal ik proberen te vertellen hoe het is om (nu echt) in Denemarken te wonen, welke rare gewoontes de Denen hebben, hoe de opleiding is en natuurlijk wat ik verder allemaal uitspook. Groetjes! Linda

Actief sinds 10 Juli 2008
Verslag gelezen: 14171
Totaal aantal bezoekers 31691

Voorgaande reizen:

26 Juli 2008 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: